Omdat het opzetten van een communityplatform tijd en kosten met zich meebrengt, verwachten de meeste organisaties zo snel mogelijk duidelijke resultaten die gedane investeringen goedmaken. Maar omdat er in organisaties nog te weinig kennis bestaat over communitybuilding, wordt er door management vaak niet goed nagedacht over realistische resultaten. Aantal leden als KPI voor je community Het meest voor de hand liggende resultaat waar vaak op gefocust wordt, is het totaal aantal geregistreerde leden. Omdat het een kwantitatief en eenduidig cijfer is, kunnen directeuren en leidinggevenden er goed op sturen. Een platform met veel leden is echter nog geen community, terwijl een platform met een handje vol leden soms al wel op een community begint te lijken. Mensen kunnen zich uit interesse registreren, maar dat betekent niet automatisch dat ze het ook relevant of interessant genoeg vinden om een tweede, laat staan derde of vierde keer, terug te komen. Vandaar dat focussen op het aantal geregistreerde leden vaak misleidend werkt. Duizenden aanmeldingen zeggen weinig tot niets over de kwaliteit of toegevoegde waarde van het platform. Marketingacties voor snellere groei: zinvol of niet? Sommigen claimen dat grotere aantallen automatisch leiden tot een hoger percentage van leden dat terugkomt en actief is. De vraag is echter of het daadwerkelijk nut heeft om veel geld in marketingacties te steken wanneer bijvoorbeeld de verkeerde doelgroep wordt aangesproken. Mensen melden zich uit nieuwsgierigheid aan bij het platform, maar begrijpen vervolgens ook vrij snel dat het platform of de sfeer en cultuur van de community niet past bij hun manier van online presentatie en communicatie. Toetreding van deze nieuwe leden kan daarom leiden tot interne ruzies en conflicten, verlies van oude leden (vaak ambassadeurs) en eenmalige bezoeken. Organische groei Voor een communitymanager mag het duidelijk zijn dat een gezonde community, een groep mensen die ervoor kiest op regelmatige tijden met elkaar iets te delen rondom een bepaald thema, vooral organisch en gestaag moet groeien. Wanneer actieve leden uit de community zelf mensen uit hun netwerk uitnodigen om deel te nemen aan de community, heb je helemaal een ideale situatie te pakken. Het zijn namelijk juist deze mensen die het beste bij de bestaande groep aansluiten en deze dus versterken. En gezonde community groeit dus van binnenuit. Ook als dit gestaag gaat, is het onvermijdelijk dat een eens kleine hechte groep uitgroeit tot een enorm netwerk van leden. Zoals ‘Dunbar’s number‘ voorspelt, zullen de sociale banden tussen leden naar aanleiding van deze groei zwakker worden. Mensen kunnen nu eenmaal niet met meer dan 200 individuen een betrokken relatie aangaan. Groei van een community leidt dus altijd tot versnippering van het netwerk. En deze versnippering is meteen een van de redenen waarom de groei en de ontwikkeling van een community zo delicaat is. Opsplitsing om de ‘ziel’ te behouden Een communitymanager die deze fases herkent, kan denken aan het ‘opdelen’ van het netwerk. Het is namelijk essentieel dat de grotere groep, het sociale netwerk, zich opsplitst in kleinere groepen, communities. De nieuwe kleinere groepen kunnen zich daarna weer gaan richten op het versterken van onderlinge relaties. Juist deze fase van opsplitsing en opnieuw starten moet onder nauwkeurige begeleiding van de communitymanager verlopen. Deze ziet, naast de mogelijkheden voor opsplitsing, ook welk lid geschikt en bereid is om de nieuwe rol van communitymanager binnen een kleinere groep op zich te nemen. Leden enthousiasmeren voor deze nieuwe rol is niet eenvoudig, aangezien lang niet iedereen zich wil opwerpen als trekker van de kar. Daarbij blijkt het vaak niet voor iedereen weggelegd, waardoor nieuwe communities toch slecht van de grond komen of zelfs doodbloeden. Ook om deze reden blijft het begeleiden van een kleine naar een grote community een echte uitdaging, voor de communitymanager, maar zeker ook voor een organisatie als geheel. Bron: FrankWatching Auteur
0 Comments
De zon breekt weer door, de temperatuur stijgt langzaamaan. Fluitend op de fiets geniet van je het lentegroen om je heen. Opeens ziet de wereld er door de lentekriebels een stuk mooier uit. Heerlijk, het is weer voorjaar! Maar niet iedereen ervaart deze lente in de bol; aanzienlijk veel mensen krijgen juist de duisternis in de bol. Hoe kan dat?
De ster in dit verhaal is onze zon. Het is de bron van leven en energie. Naast dat de zon zorgt voor warmte en een zongebruinde huid is het een vitaminebron. De UVB-straling uit zonlicht is voor ons de belangrijkste bron van vitamine D. Deze vitamine zorgt onder andere voor sterkte botten, tanden en goede weerstand. Maar vitamine D is feitelijk geen vitamine maar een (pro)hormoon dat we zelf aanmaken. Je lichaam maakt zelf vitamine D aan als de huid in contact komt met de zon. In de herfst en de winter is de zon te zwak om voor voldoende UVB-straling te zorgen. In de lente staat de zon weer hoger aan de hemel en kan onze huid bij blootstelling aan de zon weer vitamine D aanmaken. Vitamine D zorgt ook voor extra aanmaak van serotonine (het gelukshormoon) waardoor alles in de lente er nét iets fijner uitziet. Het recept voor lentegeluk zou je zeggen. Maar niet iedereen ervaart de lente in z’n bol. De overgang van de winter naar de lente gaat ook gepaard met variatie in de hoeveelheid zonlicht. Hierdoor raakt ons hormonale systeem van slag waardoor veranderingen kunnen optreden in onze gemoedstoestand. Gevoelens van lusteloosheid, gebrek aan energie en neerslachtigheid kunnen hieruit voortkomen. Bovendien wordt onze biologische klok ook nog eens ontregeld door de overgang van winter- naar zomertijd. Dit brengt het lichaam in verwarring waardoor de symptomen alleen maar versterkt kunnen worden. Deze lentedip wordt ook wel lenteblues of SAD (Seasonal Affective Disorder) genoemd. Sommige onderzoekers doen er nog een schepje bovenop en introduceren een nieuwe tak binnen de mentale gezondheidsproblematiek: het klimaat. De zogenoemde klimaatstress wordt veroorzaakt door de mentale gevolgen van de verandering van het klimaat en de angst voor natuurrampen. Ze verwachten zelfs dat het aantal mensen met mentale gezondheidsproblemen mondiaal fors toeneemt als gevolg van klimaatverandering. De weeromslag kan dus zowel positieve als negatieve gevolgen hebben op de mentale gezondheid. De een is daar wat meer gevoeliger voor dan de ander. Merk je dat je gevoelig bent voor de lenteblues? Maak eens een wandeling (want: beweging stimuleert aanmaak van endorfine, ook wel de feel good drug genoemd), ga een uurtje eerder naar bed (tijdens je slaap herstel je fysiek en mentaal) en bovenal, ga naar buiten in de zon! Doe dingen in de open lucht die je leuk vindt om te doen en pak die zonnestralen voor je benodigde dosis vitamine D. Wel goed insmeren hè?! |
Archieven
July 2023
Categorieën |